1609 tot en met 1899
Geschiedenis van onze Schutterij
Gedenkwaardigheden uit de historie van schutterij Sint Lambertus (H.Maassen en P.Palmen)
(uit het boek "Broeksittard", met dank aan Frank Maassen)
De broederschap van Sint Lambertus bezit een zeer oude en roemrijke historie. Wanneer we mogen afgaan op de jaartallen op de aanwezige zilveren koningsplaten, dan zou deze schutterij reeds in 1087 hebben bestaan.
1609
In 1609 werden de dorpen die behoorden tot het gerecht Sittard, verzocht enige schutten binnen de stadsmuren van Sittard te leggen. In die tijd rekende men Broeksittard, Wehr, Susterseel, Hillensberg, Tüddern en Munstergeleen tot het gerecht Sittard. Met “schutten” zijn ons inziens geen gewone burgers bedoeld. Afgaande op de ouderdom van de schutterijen in de genoemde plaatsen, werden hier wel degelijk afvaardigingen van schutterijen gevraagd, die een bewakingsopdracht binnen de Sittardse wallen kregen toebedeeld.
Dat de Broeksittardenaren niet voor een kleintje vervaard waren, getuigt een feit uit de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). In 1630 was een groep soldaten met vrouwen en kinderen in Broeksittard ingekwartierd. Zij maakten het de bevolking zodanig lastig dat deze hen op 25 mei uit het dorp verdreef. Het is bijna uitgesloten dat de bevolking dat alleen maar met messen, harken, rieken, dorsvlegels en knuppels heeft klaargespeeld. Zouden hier niet de wapens van schutters een handje hebben geholpen? Niet voor niets heeft het altijd tot de taak van schutterijen behoord alles te beschermen wat kwetsbaar was, dus zeker eigen have en goed.
Voor een hoge ouderdom van de schutterij pleit ook het beeld van Sint Lambertus, de schutspatroon van het gilde, dat de parochiekerk tot voor kort bezat. Prof. Dr. J.J.M. Timmers uit Maastricht schatte aan de hand van de hoogte van de mijter dat het dateerde van vóór 1675. De heilige droeg op zijn linkerhand een kerkje; dit kon gezien worden als een maquette van de oude Broeksittardse parochiekerk van vóór de verbouwing van 1647.
1748
De heroprichting van de schutterij in 1748 zou ons inziens een uitvloeisel kunnen zijn van de omstandigheden in die tijd. Er heerste grote sociale onrust onder de bevolking, die onder meer tot uiting kwam in het optreden van de bokkerijdersbenden. Ook Broeksittard heeft met deze lieden te maken gehad. Het is begrijpelijk dat de inwoners onderling de bescherming zochten die de overheid klaarblijkelijk niet kon of wilde geven. Op deze wijze kan de heroprichting in 1748 uit particulier initiatief zijn geboren.
Vanaf dat jaar worden de tastbare bewijzen en bronnen met betrekking op de schutterij talrijker. In een korte caleidoscoop laten we enige markante feiten de revue passeren.
In 1750 werd de toenmalige pastoor Joannes Reinerus Kuypers bij het vogelschieten koning. Nog tot voor kort waren zowel de pastoor alsook de burgemeester betalend lid van de schutterij.
Tot 1821 vormen de aanwezige koningsplaten een vrijwel aaneengesloten geheel, met een onderbreking in de periode 1793-1803. Dit zal te maken hebben met het decreet van 7 mei 1795 waarbij de Franse bezetters het schutterij houden verboden.
Na de vergadering van de schutterij op 9 juni 1822 doet kapitein H. Heijnen aan de vrederechter schriftelijk verslag over een voorval tijdens deze vergadering:
”In de versaemelinge der Schutterij op negen juni achtienhondert twee en twintig ben ick in kwaliteit als kapitein van gemelde schutterij voor schlechten man uitgemaakt worden door Matis Rijken, dienstknegt bij Sebastiaan Heijnen, inwoner dese gemeente, werbij hij op de tafel slog dat de glase omvielen, in preesentie van Hendrik Colaris en Godfrid Jötten, beide inwooners van hier.
Mattis Heijnen, ook hier woonende, deselfs soon Mathijs, woonende te Born, hebben den Silveren Vogel der schutterij niet willen uitgeeven. En dewijl de laas genoemde geen vermogen
hebben om hun den selven toe te betrowen en ook geen bekante stellen konnen, so woorde de heer Vreederigter versogt deese saek te willen ondersoeken, hun tot uitgeven des Vogels aenhoude te willen en die welken mij opentlijk gehoord hej volgens de bestande wetten te straffen”
Broeksittard op dag, maend en jaer als boven,de kapeteijn vornomt [w.g.] H: Heijnen”
Enkele persoonsgegevens bij de genoemde namen:
Sebastiaan Heijnen [1756-1830], de baas van Mattis Rijken, was gehuwd met Maria Elisabeth Jetten [1757-1817].
Hendrik Colaris was op 7 maart 1775 gedoopt als zoon van April Colaris en Maria Agnes Offeraars; hij huwde M. Colaris uit Broeksittard.
Godfried Jötten (Jetten) [1781-1859] was gehuwd met Maria Elisabeth Paulissen.
Mattis Heijnen [1765-1828] was gehuwd met Sophia Agnes Ehlen.
Zijn zoon Mathijs Heijnen was gedoopt 17 augustus 1792 Broeksittard. Hij huwde 28 februari 1821 te Broeksittard met Maria Cornelia Storms, geboren ca. 1798 en overleden 18 april 1822 te Born. Uit hun huwelijk is een kind geboren: Joannes Mathijs, geboren en overleden 11 oktober 1821
Kapitein, burgemeester H. Heijnen [1759-1830] was gehuwd met Johanna Gertrud Scheepers.
1865
In 1865 wordt melding gemaakt dat de nieuwbenoemde pastoor Lumens bij gelegenheid van zijn installatie “met muziek” is afgehaald in de Paardestraat te Sittard, een nieuwigheid in het Broeksittardse schutterswezen. Mogelijk worden hier met “muziek” de hoornblazers bedoeld, die rond deze tijd in navolging van het leger aan de schutterijen werden toegevoegd.
1870
Tijdens het vogelschieten in 1870 deed zich een incident voor. Het weekblad “Mercurius” meldt het volgende erover: “Bij het op maandag 6 juni 1870 plaats hebbende vogelschieten ontstond er tussen een met een degen gewapende officier der schutterij en een jongeling van Sittard twist. Bij woorden bleef het niet. De Broeksittardse officier die het militaire bloed in de aderen begon te koken, trok om een einde te maken aan de ruzie zijn degen en wist die zo goed te hanteren dat deze in een der billen van de Sittardse twistzoeker terechtkwam. Deze en meer andere Sittardenaren die de schutterij gechicaneerd hadden waren nu blij een looppasje te nemen naar huis.” In dat jaar behaalde Jacob van den Bergh de koningseer. Hij wist toen niet, dat hij deze waardigheid gedurende 17 jaar zou bekleden.
Of het aangehaalde voorval aanleiding heeft gegeven tot tweedracht in de schutterij, blijft een onbeantwoorde vraag. Zeker is dat gedurende 17 jaar geen enkele activiteit werd ontplooid. Het koningszilver is zelfs ingeleverd op het Broeksittardse gemeentehuis, waar het tot maandag 18 september 1887 verbleef. Op die dag werd weer vogel geschoten; de schutterij was opnieuw tot leven gekomen. Maar er was wel het een en ander veranderd. Meest opvallend was dat de dag van het vogelschieten verplaatst was van de maandag van de bronkkermis (in juni) naar de maandag van de Sint Lambertuskermis (in september). Aan het Broek is een nieuwe houten vogelstang opgericht, die in 1918 vervangen zal worden door een ijzeren. Tot en met 1986 werd op deze plek jaarlijks om de koningseer gestreden.
1896
Op maandag 10 oktober 1896 gaf de schutterij acte de présence bij het werkbezoek van de Gouverneur van de provincie Limburg aan de gemeente Broeksittard. In een desbetreffend persbericht lezen we, dat: “aan het Heiligenhuisje de dienstdoende schutterij stond opgesteld om zijne Excellentie te verwelkomen”.
Met een grote fakkeloptocht op 16 oktober 1906 werd herdacht dat burgemeester J. Schrijen 36 jaar tevoren tot burgemeester van Broeksittard was benoemd.
Moge het tot slot de vereniging gegeven zijn tot in lengte van jaren in traditie te groeien en bloeien tot heil van haarzelf en van geheel Broeksittard.
Gaarne bedanken wij een ieder die ons op enigerlei wijze behulpzaam was bij of die feitelijkheden aandroeg voor dit overzicht van historische gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van onze schutterij.
(C) Wil Mohren 2018